29 DECEMBER 1917. 735 vangen, dat de personen, die veel personeel e belasting betalen, waarop zij nog eens 50 opcenten in de ge meentekas storten, maar meer het geld doen rollen dan iemand, met. hetzelfde inkomen, die echter zijn geld elders opmaakt of 't oppot, als nuttiger leden van de gemeenschap toch meer belasting betalen. Er werd hierbij tevens gewezen op de mogelijkheid dat door verlaging van de hoofdsom bij de personeele belasting de post Hoofdstuk IV Afd. 1 Art. 3 20 kleiner zal worden. Antwoord Het voorgestelde middel om de opcenten op 's Rijks directe belastingen af te schaffen en de noodige mid delen uitsluitend te vinden uit eene progressieve in komstenbelasting is met het tegenwoordige belasting stelsel onuitvoerbaar. Het lijkt ons ook reactionair waar van alle zijden wordt gewerkt voor verruiming van het gemeentelijk bel astinggebied Omtrent eene verhooging van de hoofdsom der per soneele belasting is ons niets bekend en in geen geval zal ziulic eene verlaging reeds voor het jaar 1918 toe passing kunnen vinden. De heer BOSSEES vindt hef vrij onbillijk, dat mev eerst personeele belasting moe.t betalen en dat daarna de gemeente nog met 50 opcenten komt. Hierdoor wor den sommige personen onbillijk behandeld tegenover anderen. Iemand, die op kamers woont, draagt in die belasting geen cent bij. Spreker vindt het het meest rationeel, dat iedereen in de belastingen bijdraagt naar zijn inkomen en niet naar hetgeen hij verteert. De heer CERUTT1 wijst erop, dat eenige jaren ge leden de opcenten op het personeel zijn afgeschaft, waardoor de hoofdelijke omslag moest worden verhoogd. Hei is echter maar bij één jaar gebleven, want het volgend jaar werden, de opcenten op het personeel I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 735