742 29 DECEMBER 1917.
,,3o. Ais deskundigen voor de opberging; zijn ge
raadpleegd de grossiers van Hoeckel en v a n
,,T i 1 b u r g.
,,4o. De aardappelen in de pakhuizen zijn afgedekt
„met zakken, stroo en andere vorst werende middelen.
Inuilen heeft wegens ingetreden vorst niet kunnen
..plaats hebben."
De heer ZIJLMANS dankt voor de verstrekte in-
liehtingen, doch meent er toch op te moeten wijzen,
dat het zijne aandacht heeft getrokken, dat de aard
appelen in kelders en pakhuizen zijn opgeborgen en
niet zijn ingekuild, ofschoon dit laatste toch heel wat
voordeeliger zou zijn geweest. Uit het antwoord blijkt
wel, dat als deskundigen zijn geraadpleegd de heeren
van Hoeckel en van T i 1 b u r g, doch spreker
vraagt, of ook de heer Jansen is gehoord, die als
deskundige in de levensmiddelencommissie zitting heeft.
In de pakhuizen zijn de aardappelen afgedekt en blijven
daar zitten in dikke lagen. Dit geeft spreker niet al
te veel zekerheid, dat ze niet bederven zullen.
De heer CRAMERU'S zegt, dat de heer J a n s e n is
geraadpleegd en dat deze in overweging heeft gegeven,
om de aardappelen in te kuilen. Spreker meent echter,
dat men daaraan niet zoo goed zou hebben gedaan.
Toch zou daaraan gevolg zijn gegeven, maar men heeft
geen geschikt terrein kunnen vinden. Het inkuilen moet
geschieden op een hoog terrein, waarnaar te vergeefs
is gezocht. Terwijl men nog zoekende was, kwamen
de aardappelen aan en heeft men, noodgedwongen, zijp,
toevlucht moeten nemen tot een kelder in de Ginneken-
straat, alwaar ze, naar sprekers meening, góed opge
borgen zijn.
Spreker vraagt zich af, of het inkuilen onder alle
omstandigheden wel gewenscht is. Het vorig jaar heeft
men aardappelen betrokken van de groentendrogerij.
Deze waren ook ingekuild, doch bij hét uithalen Weken