29 DECEMBER 1917. 743
/L— do pakhuizenbe-
mpu
de aardappelen, ho vim iron 1c
vriezenzo niet.
In October en November heeft men vergeefsche po
gingen aangewend om aardappelen te bekomen. Waarom
werden onze orders toen niet regelmatig uitgevoerd.
De aardappelen, waarop de heer Z ij 1 m a n s doelt
en die opgeslagen zijn in den bierkelder van V a n
R e u t h. behooren tot den reservevoorraad en mogén
volgens voorschrift van den Minister, eerst na 15 Ja
nuari 1918 worden gedistribueerd. Thans is de grond
bevroren en dus niet geschikt voor het inkuilen van
aardappelen.
De heer ZIJLMANS zegt, dat hij op verschillende
punten nog niet genoegzaam is ingelicht en vindt het
jammer, dat het advies van den heer Jansen niet
is opgevolgd. Spreker meent, dat bij eenigen goeden
wil wel terrein zou zijn te vinden geweest. Bovendien
heeft de gemeente zelf terreinenDe aardappelen moeten
worden ingekuild in verschillende kuilen naar mate
van de behoefte. Spreker vreest, dat het opbergen in
kelders verrassingen zal brengen. Het zal eene heele
boel uitgaven medebrengen, die vermeden hadden kun
nen worden, terwijl de vrees bestaat, dat wie veel rotte
en bedorven aardappelen zullen krijgen.
De heer CRAMERUS herhaalt, dat er overleg is
gepleegd met den heer J a, n s e n en dat de voorkeur
werd gegeven aan inkuilen, doch dat er met alle mo
gelijke moeite geen geschikt terrein gevonden is. Men
kon toch de aardappelen niet gaan inkuilen op het
terrein der gemeente-reiniging. Dat zou onverantwoor
delijk zijn. geweest. Evenmin kon men de aardappelen
laten staan, om het gevaar te beloopen, dat ze bevroren.
Er moest snel gehandeld worden. De gemeente kon
toen de beschikking krijgen over den kelder van Van
R eut h. Over de kosten daarvan behoeft men zich