.29 DECEMBER 1917. 745
zouden de terreinen voortdurend moeten bewaakt wor
den. Als de aardappelen in de kelders moesten opge
slagen blijven tot April of Mei, zou spreker het met
den heer Z ij 1 m a n s eens zijn Doch dat is niet het
geval. De gemeente heeft een terrein en het is ook de
bedoeling, om de aardappelen in te kuilen.
De heer ZIJLMANS meent, dat de lieer C r a m erus
met züch zelf in tegenspraak is, waar hij toegeeft, dat
de aardappelen, die in de kelders zijn opgeslagen, iin
April zouden gaan bederven. Zij zijn dan reeds be
dorven. Verder vraagt spreker welk bezwaar er kan
bestaan, om de aardappelen op een terrein buiten de
gemeente in te kuilen. Er wordt toch ook in de bui
tengemeenten gedistribueerd. Spreker heeft het in het
algemeen belang noodig geacht, op deze zaak de aan
dacht te moeten vestigen.
De heer VAN DEN BIGGELAAR acht zich verplicht
een woord van protest te moeten doen hooren over de
onwelwillende critiek van. den heer Z ij 1 m a n s op
het beleid van den heer Cramer u s.
De heer MOLL sluit zich hierbij aan.
14. De heer CRAMERUS, alsnu het woord gevraagd
en verkregen hebbende, zegt het volgende
Ik vermeen den raad inlichting verschuldigd te zijn
aangaande de aardappelgeschiedenis waarover in de
vorige vergadering door den heer van Tl ij k gespro
ken werd.
De directeur van het leyensmiddelenbedrijf de heer
van R o o ij heeft reeds in zijn ingezonden stuk in de
Bred. Crt. uiteengezet, dat wij einde November zoo
goed als zonder aardappelen waren, ofschoon er ge
regeld maandelijks, op tijd besteld wias. 4 December
werd naar 's-Hage getelegrafeerd om uitvoering der
loopende orders en ziet vanaf 13 December worden in