29 DECEMBER 1917. 749
15. De heer KANTERS wijst erop, dat dezer dagen
door het levensmiddelenbureau is gevraagd om bij de
legitimatiekaart ook het aanslagbiljet van den hóófde-
lijken omslag over te leggen. Spreker vraagt, wat
daarvan de oorzaak is en of overlegging van het aan
slagbiljet wel noodzakelijk is. Hij acht het ongewenscht.
De heer CRAMERUS antwoordt hierop, dat het een
maatregel van controle is met het oog op het verleenen
van allerlei toeslagen. De bedoeling is, om alle gegevens
op kaarten te brengen, ten einde daarvan, zoo noodig,
gebruik te kunnen maken.
Nu echter blijkt, dat voor sommigen hiertegen bezwaar
bestaat, zal overwogen worden, o^ welke andere wijze
daaraan kan worden tegemoet gekomen. Een en ander
was geschied in overleg met de betrokken ambtenaren.
Anders zal men inzage moeten nemen van de boeken
van deu controleur.
De heer KANTERS vraagt, of iemand tot de over
legging van dat aanslagbiljet kan verplicht worden.
Eene verplichting dienaangaande bestaat niet, maar
het is wel gewenscht, antwoordt de heer CRAMERUS.
De VOORZITTER meent, dat er voor niemand benig
bezwaar tegen kan bestaan.
16. De heer ZIJLMANS vraagt, op welke wijze de
bestelling van aardappelen geschiedt. Spreker vermoedt,
dat ze toch niet met 50 wagons en meer tegelijk zullen
worden afgezonden, als ze niet besteld zijn.
De heer sCRAMERUS antwoord, hierop, dat de be
stellingen maandelijks voor een bepaalden datum moeten
geschieden volgens een daarvoor vastgesteld formulier.
Als de orders echter niet uitgevoerd worden, kan de
gemeente er niets aan doen.