750 29 DECEMBER 1917.
Den heer ZIJLMANS wdl het voorkomen, dat met de
bestellingen toch wel rekening zal worden gehouden en
deze toch wel zullen warden uitgevoerd.
De heer CRAMERUS vraagt, of de heer ,Z ij 1 m a n s
dan van meening is, dat de schuld bij de gemeente ligt.
De heer ZIJLMANS meent toch volkomen gerechtigd
te zijp, om deze vragen te mogen stellen.
De VOORZITTER stemt dit toe, doch meent, dat men
burgemeester en wethouders er geen verwijt van kan
maken, als de heeren in den Haag aan de opdracht
geen gevolg geven.
De heer ZIJLMANS vraagt, of er dan wel op aan
gedrongen is om de bestellingen op tijd uit te voeren.
De heer CRAMERUS zegt, dat herhaaldelijk op eene
betere regeling is aangedrongen. Er is toestemming
gevraagd, om in den omtrek de noodige voortraden te
mogen, opkoopen, hetgeen geweigerd is. Thans gaan de
aardappelen uit deze streken naar Gelderlandterwijl
ze hier uit het noorden worden toegezonden.
De heer HORNIX wijst erop, dat hij in de vorige
vergadering de opmerking heeft gemaakt, dat hij van
zijn recht als raadslid geen afstand wenscht te doen.
Spreker heeft dit niet gezegd, om den heer Cram e-
r u s onaangenaam te zijn. Integendeel wil hij hem
van deze plaats gaarne een woord van hulde brengen
voor al' hetgeen de heer Cramerus tot dusver in
het belang: der levensmiddelenvoorzüd'niing heeft vferridht.
Dit neemt echter niet weg, dat spreker geen afstand
kan doen van zijn recht om critiek uit te oefenen op
het beleid van burgemeester en wethouders, wanneer
hij meent, dat zulks in het algemeen belang noodza
kelijk is,