78 24 FEBRUARI 1917. De heer CRAMERUS acht het beter om de eerste zinsnede van art. 9 te lezen als volgt: De leider is belast met de geheele leiding van het bedrijf, zoowel administratief als commercieel. De te honden boeken zullen geregeld onder accountantscontrole staan. De heer VAN DEN BIGGELAAR vraagt of het niet beter is om te spreken van geheele administratie, in plaats van te houden boeken. Het kan van belang zijn, dat de accountant ook inzage krijgt van de correspondentie. De heeir FEB ER vindt het beter om te spreken van boeken en bescheiden op de administratie betrekkelijk. De VOORZITTER kan niet inzien welk verschil er bestaat tusschen hetgeen de heer van den Bi g g e- 1 a a r wil en dat, wat de heer F eb er voorstelt. De heer FEBER vraagt, of het niet in strijd is met het gemeentebelang, dat een accountant van alle stukken inzage kan bekomen. De heer STULEMEIJ ER wil den accountant de grootst mogelijke vrijheid laten. De mogelijkheid kan bestaan, dat hij inzage behoeft van stukken, die slechts in eenig verwijderd verband staan met de boekhouding, maar die hij toch voor zijn onderzoek denkt noodig te hebben. De heer FEBER wril niet te kort doen aan de be voegdheid van den accountant, maar het zou kunnen voorkomen, dat hij inzage wenscht van een stuk, waar mede hij niets te maken heeft. De heer ZIJLMANS meent ook, dat hetgeen de heer F e b e r voorstelt, voldoende is. De accountant heeft geen andere correspondentie noodig, dan die op de administratie en het geldelijk beheer betrekking heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 78