82 24 FEBRUARI 191 Do heer BROOS antwoordt hierop, dat de voorraad bedroeg bij het begin der maand 1000 ton, dat is eene hoeveelheid benoodigd voor ééne maand. Door de Rïjkskolendisitributie zijn aan Breda toegewezen .700 ton Engelsche kolen en per dag, gedurende 8 dagen, een aanvoer van 50 ton Duitsche kolen; dat maakt dus te zamen 1100 ton. Voor de volgende maand wordt gerekend op een verbruik van 850 ton, zoodat aan het einde van Maart de voorraad zal bedragen 1000 -j-| 250 ton, maakt 1250 ton. Een voorraad dus voor ruim eene maand. De heer IIÜRNIX meent, dat de toestand dan niet ernstiger is, dan hij geweest is en vraagt, waarom eene meerdere beperking wordt voorgesteld. De VOORZITTER zegt, dat de gasbesparing aan vankelijk vrij aardig was, doch in de afgeloopen week is de besparing weer minder geweest. Als we die 700 ton Engelsche kolen plus eene zekere hoeveelheid Duitsche kolen in voorraad kunnen houden, zal men de industrie des te langer kunnen voorzien. Bovendien weet men niet, wat de toekomst brengen zal, zoodat het gewensclit is, strengere maatregelen door te voeren. De heer VAN IERSEL vraagt, of het wel zeker is, dat we die Engelsche kolen zullen krijgen. De heer BROOS antwoordt hierop bevestigend en voegt eraan toe; dat de gemeente f 5.—/yor dag' liggeld moet betalen. Er wordt slechts gewacht met den aanvoer, totdat het water open is. Dat bespaard moet worden, volgt uit eene circulaire van de Rijkskolendistributie, die ten zeerste op besparing aandringt. Indien daaraan geen gevolg wordt gegeven, bestaat de mogelijkheid, Üat de geheele aanvoer wordt stop gezet. De heer VAN DEN BIGGELAAR zegt, dat het voor groote winkelzaken ondoenlijk is, om des avonds ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 82