88 24 FEBRUARI 1917. cenhage liggen. Daarom wil spreker daarnlaar nogieens een nauwkeurig onderzoek doen instellen. De VOORZITTER zegt, dat er misschien nog wel iets te vinden zou zijn, doch dan een gering kwantum. Er zijn wel kLei-aardappelen, doch deze zijn nog niet aan de beurt. De heer ZIJLMANS vraagt, waar die aardappelen vandaan komen en of de leverancier niet bereid is om ze goedkooper te leveren, nu ze blijken zoo slecht te zijn. Spreker zou dat niet meer dan billijk vinden. De VOORZITTER zegt, dat de aardappelen in beslag zijn genomen bij de groentendrogerij. De heer STULEMEI JER' meent, dat ze waarschijnlijk van de jamfabriek afkomstig zijn, waar spreker ze al een paar weken lang heeft zien wegrijden. De VOORZITTER zegt, dat hij een onderzoek zal doen instellen. Er is overeengekomen, dat de aardap pelen rotvrij moeten geleverd worden. De lieer ZIJLMANS zegt, dat het niets ter zake doet, wie de aardappelen levert. Alleen wil spreker weten, of ze niet goedkooper geleverd kunnen worden. De heer CRAMERUS zegt, dat hem uit een onderhoud met den heer van der Me e r is gebleken, dat de fa. S t u 1 e m e ij e r de aardappelen, die niet goed bleken te zijn, zal terugnemen. De lieer van d e r M e e r heeft verklaard, dat de thans geleverde goed zijn en niet bevroren en dat Breda voldoende kan worden voorzien. De heer BROOS wijst erop, dat de aardappelen, die we thans krijgen, in normale tijden niet geschikt zijn voor de consumptie. Eerst had de gemeente aardappelen gekocht in het noorden, doch de uitvoer daarvan werd niet toegestaan door de aardappelenvereeniging. Toen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 88