21 FEBRUARI 1917.
91
eon verslag moet inzenden, waaruit dan blijken kan
in hoever de vennootschap aan hare verplichtingen
voldoet. Bij het besluit, waarbij het voorschot wordt
verleend, kunnen echter dienaangaande voorwaarden
worden gesteld en kan dit punt alsdan besproken worden.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu be
sloten overeenkomstig het voorstel van den
voorzitter.
26. Prae-advies van burgemeester en wethouders op
het adres van den heer F r a n s La u r ij s s e n al
hier, om ontheffing van art. 14 der bouwverordening,
ten behoeve van de uitbreiding zijner kantoren in den
tuin van het perceel, gelegen achter zijn pand aan de
Veemarkt no. 21.
De VOORZITTER zegt, dat dit punt reeds in eene
vorige vergadering is aangehouden, doch dat verzuimd
is het thans op de agenda te plaatsen en tijdig bij de
stukken ter visie te leggen. Spreker vraagt, of de raad
deze zaak thans wenscht af te doen.
De lieer LIJDSMAN meent, dat wel op eene andere
wijze, dan door adressant is aangegeven, aan het ver
zoek kan worden tegemoet gekomen en zou derhalve
in overweging willen geven het adres tot eene volgende
vergadering aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
27. De heer LIJDSMAN vraagt, of het financieel
verslag van het levensmiddelenbedrijf binnenkort kan
worden tegemoet gezien.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat het zoo
mogelijk in de eerstvolgende Vergadering zal worden
overgelegd.
28. De heer FEBER wijst erop,'dat er hier ter stede eene