94 24 FEBRUARI 1917.
De heer VAN IIULTEN zegt, dat de heer Feb er
blijkbaar goed is ingelicht. Daarom zou het goed zijn,
oox eens na te gaan, hoe de steemk o lenhandel ar en met
de hen verstrekte kolen hebben omgesprongen. Daar
zal ook wel iets te vinden zijn, wat niet in den haak
is. De heer F e b e r zal dus zijn speurzin nog wat
verder moeten uitstrekken. Spreker vindt het jammer,
hetgeen gebeurd is, doch ziet er niets verschrikkelijks
in. Overigens treft de handelwijze niet het dagelijksch
bestuur, zoodat de motie het dagelijksch bestuur voor
bij gaat.
De lieer CRAMERUS wijst er nog op. dat het ont
vangen van die geringe 'hoeveelheid niemand tot nadeel
is geweest en absoluu t geen afbreuk kan gedaan hebben
aan hen, die daarvoor in aanmerking zouden komen.
De heer VAN HULDEN herinnert eraan, dat vroegjer
hier de goede gewoonte bestond, om dergelijke zaken
in geheime zitting te behandelen. Het was zeer goed
gezien van burgemeester en wethouders om voor ge
stichten eene grootere hoeveelheid te reserveeren. Die
hebben aan 2 H.L. per week niet genoeg en daar moet
toch ook voor gezorgd worden. Ofschoon datgene, wat
geschiedt is, onvoorzichtig kan genoemd worden, vindt
spreker het niet van dien aard, om het op te blazen
tot eene motie van afkeuring.
De lieer FEBER zegt, dat de kleine man niets kon
krijgen, niettegenstaande verschillende particulieren van
den gereserveerden voorraad ontvangen hebben, o.a.
V r o o m en D r e e s m a n n, de firma O u koop en
nog anderen.
De VOORZITTER wijst erop, dat het reserveeren
van een zeker kwantum is geschied met de speciale
bedoeling- om gestichten en. dergelijke inrichtingen te
ku|nnen helpen en meent, dat dit heel goed gezien is.
Als de industrie te kort komt cn zij wendt zich tot het