2 MAART 1918. 113 De lieer CERUTTI zegt, dat hij zich met dit voorstel wel kan vereenigen, om reden de bezoldiging te laa/g is en de betrokkene heeft getoond eene uitstekende directrice te zijn. Tal van andere ambtenaren en werk lieden vervullen hunne taak echter ook met ijver en toewijding en daarom verzoekt spreker met de voorge nomen salarisherziening een beetje spoed te maken. De heer KANTER,S kan zich met het voorstel niet vereenigen. Op 11 December, dat is pas twee maanden geleden, wehl het salaris, geregeld. Spireker geUooft niet, dat de keuken zoo lucratief is, dat er nog f 309.meer af kan. Daarom wil hij het salaris latejn, zooals het is en eerst de uitkomsten van de exploitatie afwachten. Bovendien wenscht spreker te vernemen, of de direc trice zelf om salarisverhooging heeft gevraagd. De heer CRAMERUS meent, dat het meerder of minder gunstig resultaat van het bedrijf geen invloed op het salaris mag uitoefenen. Indertijd is me(j. Fon- k e r t, die zelf een eigen zaak had, slechts schoor voetend ertoe overgegaan, om de betrekking te aan vaarden en alleen na toezegging, dat bij gebleken geschiktheid haar salaris zou worden verhoogd. Waar nu gebleken is, dat de directrice alles in het werk stelt, om de keuken te doen marcheeren, ook nu de kok verdwenen is', bestaat er alle aanleiding, om liet salaris te verhoogen. l)e heer ZIJLMANS kan zich evenmin met het voor stel van biutrgjemeester en wethouders vereenigen en meent, dat de directrice nog te kort in functie is, om haar nu reeds f 300.— per jaar meer te geven. Spreker had met die verhooging liever nog gewacht, totdat omtrent de exploitatie het een en ander zou be end zijn. Sprekjer is het eens met den heer Cerut|ti, dat er heel wat ambtenaren zijn, die eveneens goed hun best doen en dus ook aanspraak op verhooging1 maken. Daarom vindt hij het overbodig, om nu reeds deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 113