118 2 MAAKT 1918. De heer CERUTTI vraagt, of de duiurtebijslag, die adressant van het Rijk geniet en waarnaar in het prae-advies verwezen wordt, hooger is dan de bijslag, die hij van gemeentewege zou kunnen ontvangen. De A OORZITTER antwoordt hierop, dat hem dit niet bekend is, doch, wijl adressant rijksambtenaar is, komt hij in ieder geval voor een duurtebijslag van rijkswege in aanmerking. Zonder verdere bedenking wordt alsnu over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 26, Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van J. F. T h ij s s e n, hoofd der openbare school aan de Kloosterman alhier, verzoekende bij de berekening zijper jaarwedde alsnog al zji^ie dienstjaren als onderwijzer in aanmerking te doen komen, zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud „Om prae-advies stelde Uwe vergadering' in onze „handen het hierbij teruggaand adres met m|emorie „van toelichting van J. F. Th ijs sen, hoofd der „openbare school aan de Kloosterlaan alhier, verzoe kende bij de berekening zijner jaarwedde, alsnog al „zijne dienstjaren in aanmerking te doen korn/ep. „Naar aanleiding' hiervan hebben wij de eer U het „volgende te berichten. „Adressant, destijds onderwijzer van bijstand, werd „in 1913 benoemd tot hoofd der openbare school aan „de Kloosterlaan. „Bij de berekening van zijne jaarwedde onder vigeur „der verordening van 1908 (gemeenteblad no. 166; „waarvan een exemplaar hierbij gevoegd is, was aan hankelijk verschil van meeninjg ontstaan over de vraag, „of daarbij in aanmerking behoorden te komen al zijpe „dienstjaren als o n derw ij z e r, dan wel of de aan spraak op periodieke verhooging eerst zou worden „verkregen na bet verstrijken van de in de verorde- „ning genoemde dienstjaren als hoofd e e n e r „school.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 118