119 2 MAAKT 1918. „.Waar de verordening op dit pun' voor tweeërlei „uitlegging vatbaar wias, meende het toenmalig dage- „lijksch bestuur de verordening te moeten toepassen „in den voor adressant meest giunstigen zin. Daardoor „kwam zijn salaris, met het oog op het aantal dienst baren, op het maximum van f 1650.— henevens het „genot van vrije woning. „In 1914 kwam eene nieuwe jaarwedde-regeling tot „stand (gemeenteblad no. 232), waarvan eveneens een „exemplaar hierbij gevoegd is. en waarbij in art. 16 „duidelijk iis aangjegieven. welke diensttijd voor de be rekening der jaarwedde als hoofd der school in aan merking zal worden gebracht. „Vioor adressant, die een diensttijd had als onder- wijzer van bijstand van 1 Augustus 1886 tot 1 ..October 1913, gold dus de grootste helft van het aan bal volle dienstjaren, zijnde 14, benevens zjjn dienst- „tijd als hoofd der school. „Op 1 Januari 1914, toen die veirordeninjgi iln(werking „trad, zou hij derhalve met een diensttijd van meer „dan 12 doch minder dan 16 jaren, aanspraak hebben „Kunnen maken op een jaarwedde van f 1000.zijnde ..f 50.—-. minder dan hij op dat tijdstip reeds genoot. „In het overgangsartikel is er echter voor gewaakt, „dat de infunctie zijnde hoofden van scholen door die „nieuwe regeling eenig nadeel zouden ondervinden, „zoodat de wedde van f 1650.gehandhaafd bleef. „Op 1 October 1915, toen adressant twee dienstjaren „had als hoofd van school, waardoor hij, volgens de „berekening overeenkomstig art. 16 der verordening, „zestien dienstjaren telde, werd zijn salaris op f470101.— „gebracht. „Wijl derhalve de jaarwedde-regeling van adressant „heeft plaats gehad geheel in overeenstemming met de „overgangsbepaling der betrokken verordening en van „eene benadeeling hierbij geen sprake is, hebben wij „de eer U in overweging te geven, aan adressant, als „beschikking op zijln adres, mede te deelen, dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 119