128
2 MAAKT 1918.
,,Nu „Volkshuisvesting" door aankoop eigenares is
„geworden van het geheele terrein, waarin het hier-
„bedoelde straten-coini)lex is ontworpen, bestaat bij
„haar het voornemen successievelijk tot den aanleg
„dier straten over te gaan, voor zoover die aanleg
„niet reeds gedeeltelijk heeft plaats gehad, cn de r.an-
„grenziende terreinen met doelmatige arbeiderswoningen
„te doen bebouwen.
„De vraag doet zich thans voor, of de gemeenteraad
„er in lean toestemmen dat, behalve de in b,el uitbrei
„dingsiplan begrepen straten, nog een tweetal nieuwe
„straten worden aangelegd en of de gemeente bereid
„is den aanleg der straten, onder te stellen voorwiaar-
„den, aan de N. V. „Volkshuisvesting" over te laten,
„dan wel of de gemeente de uitvoering dier werken
„zelve ter hand dient te nemen op kosten van be
doelde vennootschap.
„De eerste vraag meenen wij al aanstonds bevesti-
„gend te kunnen beantwoorden. De aanleg dier straten,
„die ontworpen zijn ter breedte van 10 en 12 Meter,
„schaadt het uitbreidingsplan niet. Integendeel zij
„scheppen de mogelijkheid voor het bouwen van be-
„hooriijke arbeiderswoningen, waarbij voor eene goede
„doorstrooming van licht en lucht wordt gezohgd,
„terwijl minder gewenschte toestanden, zooals het
„bouwen van achterwoningen, hofjes en dergelijke, er
„door voorkomen worden.
„Wat de tweede vraag aangaat, wenschen wij te
„verwijzen naar art. it> der bouwverordening, waarbij
„het verboden is, straten of wegen aan te leggen, die
„aan beide zijlden in verbinding komen met openbare
„straten, wegen of wateren, tenzij met vergunning! van
„den gemeenteraad. Bij deze vergunning bepaalt de
„raad de rooilijn, het peil en de breedte der straat,
„de hoogte der gevels, alsmede de wijze van bestrating
„of verharding, verlichting, wateraanvoer, rioleering
„en afvoer van faecaliën.
„Alle openbare straten, niet aan de gemeente toe-
