130 2 MAART 1918. „geen bezwaar bestaat en dat de gemeente bereid is „die straten, alsmede een gedeelte der in het uitbrei- lings plan begrepen staat, gemerkt C, te rioleeren en „verharden tegen eeine vergoeding van f 24400.— en „onder voorwaarde, dat die straten in eigendom, be geer en onderhoud aan de gemeente Breda worden „overgedragen, een en ander overeenkomstig' liet hier- bijgevoegd ontwerp-besluit De heer IIORNIX meent, dat de afstand tusschen de beide zijstraten wel wat gering is. hetgeen spreker door aanwijz'ng op de kaart nader verklaart. Ook had spreker gaarne gezien, dat bij den aanleg van de hoofdstraat, uitgaande van de Jan van Polanenkade rekening was gehouden met de omstandigheid, dat er eene kerk gebouwd wordt. Met het oog op de toekomst had spreker die straat liever ontworpen gezien op eene breedte van 18 M. De heer LIJDSMAN zegt, dat het in de bedoeling ligt, daar ter plaatse maar eene kleine of hulpkerk te bouwen, zoodat eene straat van 18 M. breedte daar niet noodig wordt geacht. De VOORZITTER zeg dat burgemeester en wet houders alsnog overwegen zullen, in hoever aan het eerste bezwaar kan worden tegemoet gekcmen. Zonder verdere bedenking won't alsnu be sloten goed te keuren den aanleg van twee nieuwe straten, respectievelijk ter breedte van 10 en 12 Meter tusschen de rooilijnen, op de overgelegde teekening met de letters D en E aangeduid b. aan adressante te kennen te geven, dat de gemeente bereid is deze beide straten, als mede de in het u'tbreidingstplan begrepen straat, aangeduid op de overgelegde teekening met de letter C, van het begin der Jan van Polanten-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 130