134 2 MAART 1918. ter voorziening in de behoefte aam licht in den vol genden winter, nu reeds de noodige maatregelen te nemen, om in den geest als door hen bedoeld, gedaan te krijgen, dat de in de gemeente aanwezig|e installatie s voor electrisch licht zoo .ruim mogelijk dienstbaar ge maakt worden voor de algemeene verlichting. De VOORZITTER hegint met te zeggen, dat hij destijds van het plan met de meest mogelijke belang stelling heeft kennis genomen. Daarvoor is echter con cessie noodig, doch men vond het toen le laat, om die aan te vragen. Het is echter niet de bedoeling geweest, om de te treffen maatregelen te beletten. De heer HORNIX vraagt, of het niet op den weg der gemeente had gelegen zelf concessie aan te vragen. De VOORZITTER zegt, dat belanghebbenden dit zelf moeten doen. Burgemeester en wethouders zouden dan het verzoek kunnen steunen. 33. De heer BOGMANS, vraagt, wat de oorzaak is, dat er zoo weinig margarine te verkrijgen is In de afgeloopen week hadden vele gezinnen geen boter. Ook wijst spreker erop, dat. verschillende Bredasche werk lieden, die onder Teteringen wonen, zooveel last onder vinden met het bekomen van bons voor schoenen en leer. Spreker vraagt, of daar niets aan te doen is. De heer CRAMERUS antwoordt hierop, dat de mar garine-voorziening niet in handen der gemeente is. Er wordt echter aan de winkeliers maar een ze er kwantum toegestaan. De uitgifte van bons voor schoeisel wordt getregeld door de werklieden-organisaties, ook voor hen, die onder T eteringen wonen. Spreker zal echter de zaak onderzoeken. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering. De voorzitter De secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 134