,,b. J. M. P. Posthumus en andere sigaren- winkeliers alhier, houdende bezwaren tegen de vast gestelde verordening op de winkelsluiting, waardoor „zij in de uitoefening van hun bedrijf worden geschaad. 1 f 154 9 MAART 1918. 9. Prae-advies van burgemeester en wethouders op ingekomen adressen tot wijziging van de verordening op de winkelsluiting, luidende als volgt „Bij Uwe besluiten, respectievelijk van 21 April en ,,21 Juli 1917, werden om prae-advies in onze handen „gesteld de hierbij teruggaande adressen van de afdeeling Breda van den Neder^andschen „R. K. Bond van handels-, kantoor- en winkélbedien- „den, verzoekende het daarheen te willen leiden, dat „het sluitingsuur van alle winkels op acht uur des „avonds worde gebracht en „Wij hebben ten aanzien van beide adressen hat „advies ingewonnen van de commissie voor de straf verordeningen, die, wat het adres sub a betreft, een stemmig van oordeel is, dat daarop afwijzend behoort „te worden beschikt en dat afgewacht dient te worden „de werking der huidige 9-uur sluiting. „Met deze zienswijze gaan wij accoord. „Afgezien van andere bezwaren, komt het ons voor, „dat de verordening op de winkelsluiting nog te kort „in werking is, om daarover een goed oordeel te „kunnen vormen en dat in ieder geval daarmede be- hoort te worden gewacht, totdat normale tijden zullen zijn teruggekeerd „Ten aanzien van het adres sub b is de meerder- „heid der commissie voor afwijzing van het verzoek „de minderheid meent, dat afwijzing ontduiking der „verordening in de hand zal werken en zou het ver- „zoek willen toestaan. „Wij scharen ons aan de zijde van de meerderheid „der commissie. „Het moge juist zijn, dat enkele winkeliers sedert „de tot standkoming van de verordening op de winkel sluiting een verlof hebben aangevraagd voor den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 154