9 MA ART 1918. 157
de belangen van de winkeliers rekening gehouden.
Nu wordt wel beweerd, dat men de vrijheid van de
winkeliers heeft opgevorderd, maar eene goede rege
ling is niet te verkrijgen, als de overheid niet ingrijpt.
Spreker is er van overtuigd, dat de verordening zeer
gunstig werkt.
Als men op 't oogenblik op het verzoek van de
adress'anten zou ingaan, dan zou de grootste tegen
stand te wachten zijn van de zijde van het bedienend
personeel. Spreker is er dus voor, om het prae-advies
van burgemeester en wethouders aan te nemen.
De heer HORNIX wijst erop, dat de meeste sigaren
winkeliers geen personeel in hun dienst hebben of
anders is een en ander wel zoodanig te regelen, dat
ze intijds naar huis gestuurd kunnen worden.
De heer MOLL kan niet met het voorstel van den
heer H o r n i x medegaan. Liever zou sprexer het
sluitingsuur nog willen vervroegen.
De VOORZITTER wenscht, naar aanleiding van
het voorstel van den heer Hornix te doen opmer
ken, dat de verordening nog te kort werkt, om daarin
thans reeds zulke ingrijpende wijzigingen te brengen.
Als men nu met de sigarenwinkeliers gaat beginnen,
waarom dan ook niet met zoovele anderen. De meesten
hebben een gecombineerd bedrijf. Het voorstel van den
heer Hornix is van zoo vèrstrekkenden aard, dat
burgemeester en wethouders de beslissing ervan niet
kunnen aanvaarden, zonder daarover eerst de com
missie voor de strafverordeningen te hebben gehoord.
Als de raad dus niet op het voorstel van: burgemeester
en wethouders zou willen aangaan, zou spreker in
overweging willen geven de beslissing op het voorstel
van den heer Hornix aan te houden, ten einde
alsnog het advies van de commissie voor de strafver
ordeningen daarover te kunnen inwinnen.
De heer SMITS wijst erop, dat het juist de sigaren
winkeliers zijn die wijziging van de verordening