158 9 MAART 1918. vragen, terwijl de heer van den Biggelaar zegt, dat ze tevreden zijn. Spreker vraagt, hoe dat eigenlijk zit. De heer STULEMEIJER zegt, dat de verordening indertijd is tot stand gekomen op verzoek van den middenstand. Nu meent spreker, dat het de bedoeling van den heer van den Biggelaar is om niet door eene afwijking de verordening waardeloos te maken. Het belang van enkelen moet wijken voor het algemeen belang. De heer HORNIX meent, dat de heer van den Biggelaar heeft gezegd, dat hij van belangheb benden zelf heeft gehoord, dat ze tevreden waren. De heer CERDTTI zegt, dat het grootste bezwaar van adressanten is, dat de sigaren na het sluitingsuur in café's verkocht worden. Spreker zou wenschen, dat burgemeester en wethouders dan toch maatregelen nemen tegen deze ongewcnschte concurrentie. De VOORZITTER zegt, dat er reeds winkeliers zijn die verlof hebben aangevraagd voor den verkoop van alcoholvrijen drank voor gebruik ter plaatse, om op die wijze de verordening te kunnen ontduiken. De heer VAN DEN BIGGELAAR zegt, dat de groote massa van de sigarenwinkeliers hem hunne ingenomenheid hebben betuigd met de verordening. De statistiek in andere gemeenten heeft bewezen, dat de omzet bij eene vervroegde winkelsluiting er niet door verminderd is. Een ieder koopt zijne sigaren, waar hij dat gewoon is te doen. Daarom wil spreker de werking der verordening afwachten. Het prae-advies van burgemeester en wethouders wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de heeren Kluft, C e r u 11 i, Bossers, Bogmans, Moll, Cramerus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 158