170
9 MAART 1918.
De VOORZITTER zegt. dat de leeftijdsgrens over
genomen is uit de wet op de rijksinkomstenbelasting.
Het amendement van den heer GRUIJS, voldoende
ondersteund, wordt alsnu overgenomen door burge
meester en wethouders en vervolgens zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De heer VAN DIJK stelt nog als amendement voor.
om den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud voor
ongehüwden te bepalen op 1 200.en voor gehuwden
op f 500. Niettegenstaande de opmerking van bui
en wethouders, dat eenige jaren geleden
gemeester
een dergelijke aftrek door
gestaan, wenscht spreker
handhaven.
De VOORZITTER
omstandigheden zoozeer
den Minister niet is toe-
zijn amendement toch te
wijst erop, dat thans de levens-
veranderd zijn, dat een der
gelijk lage aftrek door de regeering zeker niet zal
worden toegestaan.
Het amendement van den heer VAN DIJK wordt
niet ondersteund en kan derhalve geen punt van be
handeling uitmaken.
Het betrokken artikel wordt hierop goedgekeurd.
Op art. 23 stelt de heer CERUTT1 als amendement
voor, om het belastbaar inkomen naar beneden af ie
ronden tot een veelvoud van f 100. Spreker licht
dit amendement nader toe.
De VOORZITTER wijst erop, dat aanneming van
dit amendement een nadeelig verschil geeft van on
geveer f 50000.belastbaar inkomen. Ook zullen er
vele posten door komen te vervallen.
De heer CERUTTI vindt het amendement billijk.
vooral tegenover lien, die slechts een klein inkomen
hebben.