9 MAART 1918. en om een ,,niet geaarzeld hebben het toch voor te stellen. Maar „dit mijnheer de voorzitter, is niet het geval. „Hetgene wat hier door ons wordt voorgesteld zal „aan de gemeente slechts kosten èn voor de gemeente werklieden èn voor de politie agenten de som van „ongeveer f 12000.— boven hetgene door B. en W. „wordt voorgesteld. „Wanneer wij verder vragen mijnheer de voorzitter, ..om in artikel 8 eene wijziging aan te brengen, dan „doen wij dat hierom, omdat een politie-agent, welke „door weer en wind moet loopen eerder door ziekte „zal worden aangetast als hij die er zich voor kan „vrijwaren. Op een hooge uitzondering na zal dan „ook een ziekte van een politie-agent een gevolg zijn „van zijn dienst. „Whnneer wij verder vragen deze verordening te •doen inwerking treden op 1 Januari 1918, dan doen „wij dat hierom, omdat deze menschen reeds te lang „op deze nieuwe regeling hebben moeten wachten en ..het voor hen bij elke raadsvergadering een teleur stelling is geweest. „Welnu mijnheer de voorzitter, laat deze verga dering dan voor hen een verrassing zijn door het „aahnemen van deze amendementen, opdat er dan „toch vandaag ook in deze gezinnen, waar reeds zoo- „lang armoede heeft geheerscht, eens vreugde moge zijn". De heer BOG AARDT brengt hulde aan de commissie voor salarisherziening en bewondert de motiveering der grondslagen, waarop de voorstellen zijjn gebaseerd. Het heeft hem echter verwonderd, dat burgemeester en wethouders het voorstel der commissie om een kin dertoeslag toe te kennen, niet hebben aangenomen De toekenning van een kindertoeslag wordt door bur gemeester en wethouders genoemd eene nieuwigheid. Dit is echter niet zoo. Reeds in 1909 werd door wijlen minister Regout kindertoeslag ingevoerd voor het per soneel der posterijlen en telegrafie, hetgeen later werd doorgevoerd voor verschillende rijksambten. Op den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 201