21 Januari 1918.
Agenda
1. Voorstel van burgemeester e i wethouders, be
treffende de verdeeling der gemeente in kies
kringen en in stemdistricten.
2. Interpellatie in zake de varkensvleeschvoorziening.
Tegenwoordig de heeren A. W. ZIJLMANS, C. J.
KLUFT, dr. P. A. BOSSERS, C. Th. BOGMANS, H.
J. H. HORNIX, H. J. MOLL, J. C. CRAMERUS, J.
LIJDSMAN, C. J. A. BROOS, W. J. PI. FEBER, W.
H. BOGAARDT, C. P. A. RANTERS, A. VAN BAVEL,
C. L. STULEMEIJER, A. J. M. VAN 1ERSEL, Th. J.
A. VAN DIJK en P. VAN DEN BIGGELAAR.
Afwezig de heeren F. F. X. CERUTTI, F. A. M. J.
SMITS, A. C. BOM en P. G. GRUIJS
Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN
HOVELL TOT WESTERFLIER, burgemeester.
Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER, de vergadering geopend hebbende,
houdt alsnu, van zijn zetel opgestaan, de volgende
toespraak
„Mijne Heeren.
„In deze eerste vergadering van Uwen Raad in dit
„nieuwe jaar zij het mij vergund, U, Mijne Heeren,
„mijn beste heilwenschen aan te bieden. Moge het U