9 MAART 1918. 205 geweest, omdat in sommige particuliere bedrijven ab normaal hooge loonen werden betaald, waardoor ver schillende personen in gemeentedienst tot heengaan werden verleid. De loonen moeten worden bepaald voor normale omstandigheden. Voor de buitengewone tijden, waarin wij thans leven, moet het loon echter worden aange vuld door een toeslag. Burgemeester en wethouders hebben begrepen, waar om de commissie geene becijfering heeft gegeven voor de kosten van een normaal arbeidersgezin, doch wel hadden zij van de commissie verwacht, dat de grond slagen waren aangegeven, waarop het voorgestelde minimum-loon is gebaseerd. Het al of niet toekennen van een kindertoeslag heeft een belangrijk punt van bespreking uitgemaakt bij burgemeester en wethouders. Hieromtrent bestaat echter verschil van meening. De motieven door de meerder heid en de minderheid aangevoerd, zijn in het voorstel nader omschreven, zoodat dit geene verdere toelich ting behoeft. De heer MOLL merkt op, dat de loonen. welke door hem in zijne amendementen zijn voorgesteld, niet doch als te laag moeten worden be vindt daarom noch in de toelichting Stulemeijer noch in die van den aanleiding, om deze amendementen te hoog zijn. schouwd. Hij van den heer voorzitter terug te nemen. De heer STULEMEIJER dankt voor de waardee- rende woorden welke hier over het werk der commissie zijn gesproken. Omtrent het verleenen van kindertoeslag deelt hij mede, dat de commissie nog eene wijziging wil aan brengen. Hij stelt daarom voor den kindertoeslag te bepalen op f u.40 per week voor alle kinderen be neden 15 jaar. Spreker wii vervolgens nog eens even weerlegden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 205