9 MAART 1918.
207
dat aan de autoriteiten van Breda dien dank niet zal
worden onthouden. Maar dan is hier ook de uitdruk
king ,.hongerloonen" niet op haar p'laats.
Verder heeft hij voor zich de loonregelingen van
Leeuwarden(het land van Troelstra), Middelburg,
Delft, enz. In deze gemeenten heeft men de loonen
verhoogd om den duurletoestlag af te schaffen, terwijl
deze loonen nog blijven beneden die, welke thans hier
worden voorgesteld. Hij is van meening, dat Breda
thans als een voorbeeld kan worden aangehaald.
Men moet hier niet vergelijken met Velzen of Heerlen,
in welke gemeenten men geene werkkrachten kan
krijgen en dus noodgedwongen abnormaal hooge loo
nen betaalt.
In Juni 1916 bedroeg het salaris van een politie
agent in het Amsterdam van Wibaut en Vliegen
van f 16.50 tot f 18.50.
De heer BOGMANS zegt, dat hij niet in staat is
geweest om den heer S t u 1 e m e ij e r geheel te
volgen. Het verwondert hem echter ten sterkste, dat
een vrijgestelde van eene moderne organisatie eön loon
van f 12.60 voldoende durft noemen. Met gerustheid
durft hij dan beweren, dat hij het beter weet, omdat
hij het dagelijks ondervindt. Indien een huishlouden
met 5 kinderen moet leven van een inkomen van
f 20.dan moet in dit huishouden fatsoenlijk
armoede worden geleden.
Spreker heeft bij de indiening zijner amendementen
niet gerekend op kindertoeslag doch alleen op het
behoud van den thans geldenden duurtetoeslag. Dit
komt echier op hetzelfde neer en dus blijft hij er bij,
dat de voorgestelde loonen hongerloonen zijn.
De heer GRUIJS merkt nog op, dat in Maart 1917
door den vrijgestelde van eene moderne vakorganisatie
een loon van f 12.60 is genoemd als zijnde een nor
maal loon. De commissie stelde toen voor een loop