;er en wet-
Het is
later) een
i stelt voor
sgewijze te
orde
n den heer
n te deelen
et wensche-
i 4 klassen,
gen vaklie-
f 4e klasse
r aard van
i willekeur,
niet is gere
den in eene
ter en wet-
dit amende-
el ingedeeld
rklieden die
in eenebe-
>ur zal dus
r dan even-
i kan even-
echter op.
ide groepen
mrgemeester
imissien van
dienst. Van
9 MAART 1918.
209
dit besluit moet mededeeling worden gedaan aan den
raad. De raad verkrijgt hier dus medezeggimgschap.
Men kan immers, wanneer de indeeling niet heeft
plaats gehad naar billijkheid, hierop wijzen, zoodat
hij veronderstelt, dat de heer G r u ij s zich noodeloos
ongerust maakt.
De heer GRUIJS verklaart hierna zijn amendement
op dit artikel in te trekken.
De heer BOGMANS zou in artikel 1 willen doen
uitkomen, dat ook in de 5e klasse worden ingedeeld
de werklieden, die zelfstandig werk kunnen ver
richten en tevens aan het artikel toe te voegen, dat
hij de indeeling ook rekening zal worden gehouden
met het aantal dienstjaren.
Hij acht dit wenschelijk, om te voorkomen dat een
werkman, die hetzelfde werk kan verrichten als zijn
collega, doch aan wien niet altijd dergelijk werk wordt
opgedragen, minder loon zal ontvangen.
De VOORZITTER is van meening, dat nog te veel
wordt vastgehouden aan eene individueele indeeling
der werklieden in loonklassen. Men moet echter goed
begrijpen, dat een lijst zal worden vastgesteld van
categorieën van werklieden, welke lijst zal worden
overgelegd aan den raad. Ingeval dan de indeeling
niet naar genoegen is geschied, kan hierop alsdan de
aandacht worden gevestigd.
De heer BOGMANS neemt alsnu zijn amendement
terug.
Artikel 1 wordt alsnu ongewijzigd vast
gesteld.
Artikel 2.
De heer HORNIX is van meening, dat het wensche
lijk is om, alvorens de loonen voor de werklieden te
regelen, uit te maken of al dan niet een kindertoeslag
zal worden toegekend. Dit is natuurlijk van invloed
°p het bedrag van het toe te kennen loon.