211
9 MAART 1916.
De heer BOGAARDT zegt. dat het hem heeft ver
wonderd, dat deze kwestie niet is aangeroerd bij de
de algemeene beschouwingen. De heer Cramerus
heeft betoogd, dat, indien kindertoeslag wordt toege
kend aan werklieden en politieagenten, dit zal moeten
worden doorgevoerd voor ambtenaren en beambten.
Hoewe! het spreker bekend is, dat in deze richting
ook reeds stappen gedaan worden, ziet hij tusschen
deze twee categorieën van personen toch een groot
verschil.
De verdere bezwaren, welke hier zijn aangevoerd,
acht hij niet van zoodamigen aard. om tengevolge
daarvan niet over te gaan tot toekenning van een
kindertoeslag. De particulieren zullen vanzelf wel vol
gen, doch de gemeente behoort als model-werkgeefster
daarin voor te gaan. De meening. dat door de »in-
voering van kindertoeslag bij particulieren, de werk
lieden met groote gezinnen schade zullen lijden, om
dat het voor hen moeielijk zal worden eene behoor
lijke positie te verkrijgen, kan spreker niet cleelen.
Indien er werkgevers zouden zijn. die er zulke klein
zielige en bekrompen ideeën op na zouden houden,
dan zijn er 'toch de vakorganisaties die tegen derge
lijke misstanden zouden weten op te treden. Deze zijh
machtig en sterk genoeg om misbruiken tegen te gaan.
De heer CRAMERUS wil nog even op eene on
juistheid wijzen, n.m., dat er ten opzichte van de
toekenning van een kindertoeslag verschil zou bestaan
tusschen werklieden en ambtenaren of beambten. Het
is echter volkomen hetzelfde, daar de loonen èn voor
de werklieden èn voor de ambtenaren worden bere
kend voor normale gezinnen, en deze salarissen dus
evengoed als de loonen aanvu'ling behoeven, indien
de gezinnen abnormaal groot ziin.
I)e lieer LIJDSMAN deelt ook namens zijn collega
Broos mede, dat zij indertijd hebben behoord tot de
meerderheid, die was tegen toekenning van kinder
toeslag. Na de hiergevoerde discussies zijn zij echter