s
220 9 MAART 1918.
Naar aanleiding daarvan is door de commissie dan
ook deze splitsing voorgesteld.
De heer BOGMANS zegt, dat ook door den heer
Moil en hem een amendement op dit artikel is in
gediend, waarin gelijkstelling wordt voorgesteld van
een hoofdagent-rechercheur en -controleur.
Het amendement van den heer G r u ij s, betreffende
afschaffing van het klassestelsel voor de agenten van
politie, alsmede de amendementen van den heer G r u ij s
en van de heeren Moll en B o g m a n s betreffende
gelijkstelling en bezoldiging van de hoofdagenten-re
chercheurs en -controleurs worden niet voldoende ge
steund en kunnen derhalve niet in stemming worden
gebracht.
Artikel 1 wordt daarna ongewijzigd vast
gesteld.
Artikel 2.
Op dit artikel zijn ingediend amendementen van den
heer Gru ij s en van de heeren Moll en Bogmans.
De heer STULEMEIJER merkt op, dat volgens het
voorstel van den heer G r u ij s de hoofdagenten-re
chercheurs ongeveer f 150.per jaar meer zullen
verdienen dan den adjunct-inspecteur. Dit acht hij niet
gewenscht. Wanneer de bezoldiging van de agenten
wordt verhoogd moet ook de wedde van den inspecteur
en den adjunct-inspecteur stijgen.
De heer HORN1X deelt mede, dat het ook in het
ambtenarencorps wel voorkomt, dat een hoogere in
rang. die weinig dienstjaren heeft, minder verdient
dan een mindere met vele dienstjaren.
De heer GRU1JS zegt, dat het ook in den militairen
dienst wel voorkomt, dat een oud adjudant-onderoffi
cier meer salaris geniet dan een jong tweede-luitenant,
De heer CRAMERUS vestigt er nog de aandacht
op, dat de agenten zelf in hun request een aanvangt
tractement van f 18.per week hebben gevraagd.