221
9 MAART 1918.
Hot amendement van den heer G r u ij s wordt in
stemming gebracht en verworpen met 11 tegen 6
stemmen
Tegen stemden de hoeren Z ij 1 m a n s, Cerutt i,
B oss e r s, C r a m e r n s, L ij d s m a n, B r o o s.
B o g a a r d t, K anters, van Bavel, Stol e-
m e ij er en van den B i g g e 1 a a r.
Voor stemden de lieeren Kluft. G r u ij s, B o g-
ui a n s. II o r n i x, M o 1 1, B o m en v a n D ij k.
De heer MOLL doet nog een beroep op den raad
om bet door den beer B o g m a n s en hem ingediende
amendement aan te nemen.
Het amendement van de heeren Moll en B o g-
m a n s wordt alsnu in stemming gebracht en ver
worpen met 11 tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de lieeren Z ij 1 m a n s, C e r u 11 i,
B osse r s, C r a m ems, L ij d s m a n. B r o\ o s,
B o g a a r d t, K a n t e r s, van Bavel, S t u 1 e-
iii e i j e r en v a n d e n B i g g e 1 a a r.
Voor stemden de lieeren Kluft, G r u ij s, B o g-
iii a ns, II o r n i x, Moll, Bo m en v a n D ijk.
De beer GRUIJS stelt voor om ook in deze veror
'lening te regelen den diensttijd voor de agenten van
politie. Hij acht dit noodzakelijk, vooral, omdat in liet
voorstel sprake is van vergoeding voor overwerk.
De VOORZITTER acht het niet wenscbelijk, om
daartoe thans over te gaan. De veiligheid in de stad
zou er onder lijden indien vermindering van den
diensttijd werd ingevoerd, zonder dat tevens tot uit
breiding van het politiecorps werd besloten. Te zijner
h.td zijn echter voorstellen in dien geest te verwach
ten. Van den commissaris van politie heeft spreker
reeds een voorstel tot uitbreiding ontvangen.
De heer GRUIJS trekt hierna zijn voorstel in.