9 MAART 1918. 223 eene kleine wijziging moet ondergaan, n.l. dat de 4e alinea voor de 3e alinea wordt geplaatst. Artikel 5 wordt aldus gewijzigd vastgesteld. A r t i k e 1 6. De lieer KANTERS stelt voor, om in dit artikel tevens vast te stellen het bedrag aan de agenten uit le keeren voor liet aanschaffen en onderhoud van schoeisel. Dit bedrag zou hij dan willen zien vast gesteld op f 30.per jaar, benevens f 5.voor het aanschaffen van witte handschoenen. De VOORZITTER zegt. dat het niet wensc is dit in de verordening te bepalen. Aangezien thans deze vergoeding bij afzonderlijk raadsbesluit is gere geld, zou eene wijziging in dit besluit moeten worden voorgesteld. De artikelen G en 7 worden ongewijzigd goedgekeurd. Artikel 8. De heer GRU1JS stelt voor. om dit artikel te doen vervallen. Hij is van meening, dat in elk speciaal geval door den Raad op voorstel van burgemeester en wethouders eene gratificatie kan worden toegekend. Artikel 8 wordt alsnu ongewijzigd vast gesteld. Artikel 9. De VOORZITTER stelt voor, om, evenals bij de loonregeling van de werklieden, de bepaling van den datum van ingang uit te stellen tot de volgende ver gadering. Aldus wordt besloten. Artikel 10 alsmede het overgangsartikel, wordèn ongewijzigd goedgekeurd. De heer GRUIJS stelt voor om aan deze verorde-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 223