224 9 MAART 1918. ning een artikel toe te voegen, waarbij wordt bepaald het aantal verlofdagen, waarop liet politie-personeel recht heeft. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat dit behoort tot do competentie van den burgemeester, waarop de lieer GRUIJS zijn voorstel intrekt. De VOORZITTER vraagt, of nog iemand der leden stemming verlangt over de geheele verordening. Zulks niemand verlangende wordt deze verordening zonder hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl dc definitieve vaststelling wordt aangehouden tot eene vo 1 gen de v ergadering De heer BOGMANS, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, vestigt de aandacht nog op de positie, waarin de losse lantaarnopstekers verkeeren. Hij zou deze mensclien nu ook op de eene of andere wijze willen helpen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de bezol diging van de losse lantaarnopstekers niet bij veror dening is geregeid. Hij zegt echter toe, deze zaak met het college van burgemeester en wethouders te be handelen. De VOORZITTER sluit de openbare vergadering, om in besloten zitting aan de orde te stellen de be handeling van het 3e aanvullingskohier van den hoof- delijkcn omslag, dienst 1917.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 224