234 2 APRIL 1918. dan overwogen zal kunnen worden, of de duurtebij- slag zal behouden blijven. De heer VAN PAVEL zou de bijslagregeling over de heele lijn willen herzien. De tiVden zijn in de laat ste acht maanden zoo ontzettend veel veranderd, dat de tegenwoordige regeling niet meer voldoende is. Spreker zou in ieder geval hierover een prae-advies uitgebracht willen zien. De heer GRUIJS sluit zich aan bij den heer v a n B a v e 1 en wenscht de bijslagregeling ook geheel af zonderlijk behandeld te zien. Spreker geeft toe, dat de raad dan zal moeten uitmaken, of hij een gelijken bijslag over de heele* lijn wenschl te handhaven, dan wel naar rato van de salarissen wil vastgesteld zien. De heer CERUTT1 meent, dat hot beter is, om het adres te stellen in handen van burgemeester en wet houders om prae-advies. Die kunnen veel gemakke lijker over den toestand oordeelen. De VOORZITTER herinnert eraan, dat burgemees ter en wethouders indertijd reeds een voorstel hebben gedaan in den geest als thans gevraagd wordt, docli dit voorstel is door den raad verworpen. De heer STULEMEIJER meent, dat thans zou kun nen worden uitgemaakt, of de raad al dan niet wcnsehi terug te komen op zijn genomen besluit. Over de vraag of verhooging van bijslag dient plaats te heb ben. kan prae advies van burgemeester en wethouders worden gevraagd. De VOORZITTER geeft alsnu in overweging het adres te stellen in handen van burgemeester en wet houders om prae- advies, die alsdan zullen overwegen in hoever wijziging of verhooging van den bijslag noodig is. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 234