APRIL 1918.
235
12. Circulaire van de gedeputeerde staten van
Noordbrabantd.d. 20 Maart 1918, G no. 203, verzoe
kende het daarheen te leiden, dat aan de ambtenaren,
die zich geheel aan de administratie der gemeente
wijden voor zoover dit niet reeds mocht zijn ge
schied eene zoodanige bezoldiging worde verleend,
dat hun een passend bestaan verzekerd zij.
De VOORZITTER stelt voor, deze circulaire voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer FEBER zegt, dat hij hem het denkbeeld
van ironie is opgekomen, toen hij van deze circulaire
kennis nam en meent, dat deze zaak moeielijk te
scheiden is van het voorstel, gedaan bij punt 14 dei-
agenda. Daaruit blijkt, dat gedeputeerde staten, in
strijd met het advies van den raad, de jaarwedde van
den burgemeester hebben verhoogd en die van den
ontvanger hebben verminderd.
Op het salaris van den ontvanger is f 250.be
knibbeld, ofschoon deze ambtenaar jaarlijks nog eene
verplichte uitgaaf heeft van f 150.voor zijne borg
stelling.
Zonder verdere bedenking wordt bedoelde
circulaire alsnu voor kennisgeving aange
nomen.
13. Adres van het bestuur der vereeniging tot be
scherming van zuigelingen voor Breda en omstreken,
daarbij verzoekende aan die vereeniging eene jaar-
lijksche subsid'e te verleenen om daarmede het gemis
van den melktoeslag te dekken.
De VOORZITTER geeft in overweging dit adres te
stellen in handen van burgemeester en wethouders om
prae-advies.
De heer BOSSERS vindt deze materie heel eenvoudig.
De raad heeft op zijn gemak van het adres kunnen
kennis nemen, terwijl alle leden er een afechrift van