236 APRIL 1918. ontvangen hebben. Wel is het vorig jaar besloten om in het vervolg geen nieuwere subsidiën meer te ver- leenen. doch daarop kan altijd worden teruggekomen. Daarom zou spreker reeds nu de discussiën over deze zaak willen openen. De VOORZITTER acht het wel gewenscht, dat burgemeester en wethouders de zaak eerst nader onder de oogen zien. Gaarne zijn zij echter bereid liet adres zoo spoedig mogelijk in behandeling te nemen. De heer BOGAARDT vestigt er de aandacht op, dat er nog eene andere vereeniging in deze gemeente bestaat,' die hetzelfde doel beoogt. Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van den voo r- z i 11 e r. 14. Ontwerp-besluit, strekkende om toestemming te vcrleenen tot afschrijving van hoofdstuk XV art. 2 (onvoorziene uitgaven) der begrooting AToor 1918 een bedrag van f 1500 en dat te doen strekken tot ver- hooging aan de volgende posten van uitgaaf dier begrooting hfdst. II afd. I art.1 (jaarwedde burgemeester) f 1000.— II I 3 (jaarwedde secretaris) - 250.— II 1 4 (jaarwedde ontvanger) - 250.— Totaal f 1500.— De heer CERUTTI wijst erop. dat reeds herhaal delijk is gebleken, dat de naleving van de artiikelen 73, 104 en 107 der gemeentewet als eene bloote formaliteit is te beschouwen. Volgens de notulen van 11 Decem ber 1917 hebben gedeputeerde staten het gevoelen van den raad gevraagd mot betrekking tot hun voornemen om de jaarwedden van den burgemeester op f 5000.— te brengen. Met dat voorstel heeft de raad zich ver- eenigd. Thans blijkt echter, dat gedeputeerde staten de jaarwedde van den burgemeester hebben gebracht op f 5500.Over dat voorstel is de raad niet. gehoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 236