"2S7 2 APRIL 1918. De VOORZITTER wijst er nog op, dat burge meester en wethouders ook niet geheel accoord gaan met deze rekening en dat zij liever volgens de wet hadden gehandeld, maar er is geen andere uitweg. De heer ZIJLMANS had gemeend, dat burgemeester en wethouders nu toch wel met eene volledige rekening voor den dag zouden hebben kunnen komen. In de vergadering van 22 December 1916 heeft spreker daaromtrent reeds eenige vragen gesteld, waarop echter nog geen antwoord is ontvangen. Men kan dus niet zeggen, dat burgemeester en wethouders erg scheutig zijn. We hebben reeds meerdere accoun tants gehad, zoodat derhalve wel gezorgd had kunnen worden voor eene behoorlijke rekening van het levens- middelenbedriji'. Spreker verklaart, dat hij daarom niet kan medewerken tot goedkeuring van deze rekening. Het voorstel van burgemeester en -wethouders tot voorloopige vaststelling der gemeente-rekening over het dienstjaar 1916 wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren Kluft, Cerutti, Smits, G r u ij s, B o g m a, n s, Moll. Cram e- r u s, L ij d s m a n, Broos, B o m, Bogaard.i, ïanters, van B a v e 1, S t u 1 e m e ij, er, va n I e r s e 1. van D ij k en van den B i g g e 1 a a r. Tegen waren de heeren Z ij 1 m a n s, Bossets en F e b e r. De heer HORNIX was bij deze stemming afwezig. 24. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij thans ter definitieve vaststelling aanbiedende de loonregeling voor de werklieden in directen dienst der gemeente en de verordening, regelende de inrich ting der plaatselijke politie in de gemeente Breda, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 257