2 APRIL 1918. 259 „bepa'en, dal aan hen als extra uitkeering zal worden ..uitbetaald het bedrag, dat zij méér zouden hebben genoten, indien deze regelingen op 1 Januari 1918 „in werking waren getreden. Hieraan is voor lien nog ..dit voordeel verbonden, dat zij van deze uitkeering „geene pensioensbijdragen behoeven te storten. „Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen de „Loonregeling voor de werklieden" en de „Salaris- regeling voor het politiepersoneel'' definitief vast re „stellen zooals die met rooden inkt gewijzigd hierbij „wordt overgelegd". De heer VAN BAVEL vraagt, of de kindertoeslag ook ten goede komt aan den pensioensgrondslag De VOORZITTER antwoordt hleron ontkennend, omdat deze toeslag niet voortdurend genoten wordt. Zonder verdere bedenking worden de be trokken verordeningen a'snu vastgesteld. 25. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter vasts'clling aanbiedende eene ontwerp-re- geling, betreffende het verleenen van kinderbijslag Voor politieagenten, werklieden en daarmede gelijk- gestelden in dienst der gemeente, met bepaling, dat met ingang van 1 Juli 1918 vervalt de kinder-duurte- tboslag, zooals die is geregeld bij raadsbesluit van 9 October 1917. De heer GRUI.JS wijst erop, dat burgemeester en wethouders in hun voorstel zeggen, dat door het aan nemen van deze regeling tevens komt te vervallen de kindertoeslag, die als een duurtebijslag is beschouwd. Hierdoor wordt met de eene hand teruggenomen, wat met de andere gegeven wordt. De toeslag wordt dan een onderdeel van liet loon. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat in het oorspronkelijk voorstel betreffende de loonregeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 259