264 2 APRIL 1918. De heer SMITS heeft vernomen, dat er ook een adres is ingekomen van den Nederlandschen Aanne- mersbond betreffende deze kwestie. Spreker wil bij voorbaat wel zeggen, dat hij niet veel voelt voor het voorstel en geeft daarom in overweging dit punt aan te houden tot eene volgende vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten. 29. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van mej. J. E E. de S w e r t om a's handwerk-onderwijzeres te worden overgeplaatst, lui dende als volgt -Bij Uw besluit van 2 Maart j 1. werd om prae „advies in onze handen gesteld het hierbij teruggaand „verzoek van mej. J. J. E. de S w e r t alhier, om „als handwerkonderwijzeres te worden overgeplaatst „van de openbare school aan de Middellaan naar die „aan de openbare school aan de Ginnekenstraat. „Zooals het verzoek daar ligt, is het niet voor „inwillg ng vatbaar, omdat de wet op het lager on derwijs de overplaatsing van een onderwijzer van „bijstand van de eene school in de gemeente naar „eene andere school niet toelaat zonder inachtneming „van art. 29,8ste lid, dier wet. „Er zal dus eene formeele voordracht moeten worden „.opgemaakt van minstens drie bevoegden, in overleg, „met den arrondissements-schoolopziener en na inge- „wonnen bericht van het hoofd der school, waaraan „de benoeming moet geschieden. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen, aan „adressante mede te deel en, dat aan haar verzoek, „als Zijnde in strijd met de wet, geen gevolg kan worden gegeven en ons tevens te macbtiigen eene „oproeping van sollicitanten te doen. ter voorziening „in de vacature, ontstaan door het aan mej. O omes „indertijd verleend eervol ontslag. „Naar aanleiding van de door den heer Bogmans „in de raadsvergadering van 2 dezer met betrekkin?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 264