2 APRIL 1918.
265
„tot deze zaak gevraagde inlichtingen, wenschen wij
„nog het volgende mede te deel en
„Mej. de S w e r t is als handwerkonderwijlzeres ver-
„bonden aan de openbare scholen aan de Kloosterlaan
„en de Middellaan.
„Doordat indertijd het leerplan aan de school aan
„de Middellaan werd gewitzijgd, waardoor de dagen
„en uren, waarop het liandwerkonderwijs moet worden
„gegeven, samenvielen met die aan de school aan de
„Kloosterlaan, is zij niet meer in de ge'egenheid hare
„lessen aan beide scholen waar te nemen.
„Deze wijziging van het leerplan is van blijvenden
„aard en houdt geen verband met de onlangsi getroffen
„maatregelen van kolen- en lichtbesparing.
„Voor mej. d e S we r t bestaat er dus in zeker
„opzicht force majeure, waardoor wij geene vrijheid
„meenden te kunnen vinden, haar voor ongevraagd
„ontslag aan een van beide scholen voor te dragen.
„Dit brengt echter niet mede, dat wij dezen onge-
„wensehten toestand zouden willen bestendigd zien.
„In hoever daarin verandering zal kunnen worden
„gebracht, nu aan eene andere school eene vacature
„is ontstaan, waarvan de lesuren niet samenvallen
„met die aan de school, waaraan mej. de Swert
„thans verbonden is, zal nader moeten blijken. In
„ieder geval blijft 's Raads recht, om uit de op te
„maken voordracht eene benoeming te doen, onverkort.
„Nog wenschen wij te doen opmerken, dat het geval,
„waarin mej. de Swert verkeert, niet gelijk te
stellen is met dat, hetwelk indertijd aanleiding gaf
„tot eene voordracht tot omslag van mej. O omes.
„De eerste is aan twee gemeente-scholen verbonden,
„waarvan het leerplan thans zoodanig is geregeld,
„dat de handwerklessen aan beide scholen op dezelfde
„dagen en uren vallen, terwijl mej. O o m e s slechts
„aan ééne school verbonden was. waarvan de lesuren,
„bij wijze van noodmaatregel, eene tijdelijke wijziging
„moesten ondergaan".
