302 23 APRIL 1918. Waarschijnlijk zal het binnenkort zoover komen dat alle artikelen worden gedistribueerd en dan kan de keuken niet meer geven dan per hoofd i? vastgesteld. Vel zal ook worden gedistribueerd omdat er een algemeene vetnood dreigt. De ondervoeding zal dus door de centrale keukens niet kunnen worden voorkomen. En als bijvoeding zullen zij evenmin kun nen dienen, zoodra alles hoofdelijk gerantsoeneerd wordt. Alles komt dus hierop neer, dat het voedsel goedkoop er moet zijn, dan het thuis kan worden be reid, maar dan zou men ook de verschillende distri- butieartikelen aan bepaalde personen goedkooper moe ten geven. Kan men den prijs niet betalen, dan be hoort men tot de paupers en moet men bij de arm besturen aankloppen. Spreker heeft hierdoor alleen willen aantoonen, dat' de centi'ale keuken niet aan dc verwachting beantwoordt De heer STIJLEMEiJER is het met dit betoog niet eens. De keuken is niet alleen voor arbeiders, maar voor iedereen. Als er voorstellen komen, om den prijs te verlagen voor hen, die slechts een klein inkomen hebben, dan staat hiermede nog niet vast, dat de keu ken voor anderen niet noodig zou zijn. Spreker is het er niet mede eens, dat iemand, die geen 12 cent voor een portie kan betalen, een pauper is. De keuken is opgericht, om te voorzien in een noodtoestand. Ver schillende levensmiddelen hebben een abnormal en prijs bereikt, zoodat het niet te verwonderen is, dat velen van de keuken gebruik maken om de goedikoopere voeding. De vraag is echter, of de centrale keuken de re ductie moet toestaan, ofwel dat de gemeente het moet doen. Dat is in de voorstellen niet voldoende gedefi nieerd. De centrale keuken geldt niet alleen voor Breda. maar ook voor de omliggende gemeenten zoodait, Breda zonder medewerking van die gemeenten den prijs niet kan verlagen. Er moet een zeker systeem gevolgd worden- Men kan toch bezwaarlijk aan de arbeiders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 302