23 APRIL 1018 303 uit Breda, die in eenzelfde lokaal eten komen halen, minder laten betalen dan aan die uit de omliggende gemeenten. Men zal dus met de samenwerkende ge meenten tot overeenstemming dienen te komen, waarbij spreker de voorkeur zou willen geven aan een diffe rentieel tarief voor de 4 gemeenten. Eenig bezwaar om vast te houden aan een uniform tarief bestaat bij spreker niet. Hij voelt minder gesitueerden iets den heer van Bavel geven, om zijn voorstel eener motie en daarover laten doen. er veel voor, om voor de te doen, maar dan zou hij toch in overweging willen neer te leggen in den vorm den raad eerst uitspraak te De heer KLUFT meent, dat, wanneer de centrale keuken niet beantwoordt aan haar doel, de oorzaak hiervan gelegen is in den prijs. Als men nu den prijs verlaagt voor de mindergegoeden en verhoogt voor de meergegoeden, zal zij aan haar doel kunnen beant woorden. De heer ZIJLMANS vraagt, of er ook eenige voor waarden verbonden zijn aan de subsidie Van het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité. Deze zouden van in vloed kunnen zijn op de te nemen beslissing. Spreker heeft bij het voorstel .wel eene prijsberekening aan getroffen. doch hij had liever eene berekening, gezien wat de verschillende porties kosten, namelijk met in begrip van brandstoffen, administratiekosten enz. Spre ker zou daarom dit punt willen aanhouden. De heer CRAMERUS wijst erop. dat in het prae- aclvies reeds uitvoerig de gronden zijn aangevoerd, waarom niet tot prijsverlaging of prijsveranderijng kan worden overgegaan. Toch zal spreker nog in het kort de verschillende sprekers beantwoorden. Door den heer G r u ij s is beweerd., dat niet ieder een van de keuken kan; gebruik maken, omdat de prijs (Lr porties te hoog is. Spreker betwist dit en is van meening, dat alleen een vooroordeel tegen de centrale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 303