322
11 MEI 1918.
10. Schrijven van den raad der gemeente Krom
■menie, verzoekende adhaesie te betuigen aan een door
dien raad tot Hare Majesteit de Koningin gericht
adres, waarin gevraagd wordt onmiddellijk de noo-
dige maatregelen te doen nemen ten einde het voor
het Nederlandsche voik beschikbar broodgraan uit de
overzeesche havens af te halen.
De VOORZITTER stelt voor. dit schrijven even
eens voor kennisgeving aan te nemen.
De heer KANTERS stelt voor, om aan dit adres
adhaesie te betuigen. Het gevaar voor hongersnood
acht hij niet denkbeeldig en, zonder kritiek te willen
uitoefenen op de daden van de Regeering, is het toch
goed, dat de volkswil in deze/Regeering doordringt
Spreker meent, dat nu de tijd gekomen is, dat
Nederland zijn ouden roem als zeevarende mogendheid
moet handhaven.
De VOORZITTER acht het thans overbodig het
adres der gemeente Krommenie te steunen, daar juist
de laatste nieuwsberichten melden, dat eenige schepen
zullen uitvaren naar Amerika om graan te halen.
De heer STULEME1JER is eveneens van meening.
dat het schrijven van den raad der gemeente Krom
menie voor kennisgeving kan worden aangealomen,
omdat we niet weten welke motieven onze Regeer, ng
heeft om schepen al of niet te laten uitvaren.
De VOORZITTER vraagt, of nog iemand)stemming
verlangt over dit voorstel.
Zulks niemand verlangende, wordt het ge
noemde schrijven voor kennisgeving aan
nomen.
11. Schrijven van burgemeester en wethouders,
daarbij in overweging gevende om aan de voorzitters
en leden van de stembureaux, de hoofdstembureaux en