326 11 MEI 1918. 17. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij machtiging verzoekende tot verlenging van de laad- en losplaats aan de Nieuwe Prinsenkade, lui dende als volgt ..Overeenkomstig de door ons verstrekte opdracht ..ontvingen wij van den adjunct-directeur van opcn- ,,bare werken de hierbij gevoegde ontwerpen met be „grooti^igen van kosten tot verlenging van de be staande los- en laadplaats a'an de Nieuwe Prinsenkade'. Zooals U daarud blijken zal. is de raming twee- „led'g, n.l. voor het maken eener beschoeiing van ..gewapend betonplaten met ijzeren palen en voor het maken eener gemetselde beschoeiing. ,,In het eerste geval worden de kosten geraamd op ,,f 14300, in het andere geval op f 22300. ,,Met de commissie van bijstand in het beheer der „openbare werken zijn wij van oordeel, dat het ge- „wenscht is, het werk tweeledig aan te besteden en ,,in verband met den uitslag dier besteding het werk ,,te gunnen, zooals in het belang der gemeente het „meest geraden voorkomt. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen! ons „voor de uitvoering van het hiervoor bedoelde werk ,.een crediet te verleenen van f 25000.en ons te „machtigen om, in overleg met de commissie van „bijstand in het beheer der openbare werken, het werk, „na besteding, op te dragen aan zoodanigen inschrij „ver als in het belang der gemeente het meest wen- „schelijk wordt geacht, met dien verstande, dat het „gevraagde crediet niet zal worden overschreden De heer VAN JERSEL zegt alsnu het volgende In December 1913 werd door de Kamer van Koop handel aan den gemeenteraad een adres gericht, waarin werd aangedrongen op spoedige verbetering van de gebrekkige haveninrichting. Dit adres is door talrijke kooplieden en iiulustriëelen hier ter plaatse gesteund. Ik beschouw liet voorstel van burgemeester en wet houders tot verlenging van den bestaanden kademuui

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 326