11 MEI 1918.
329
Belcrumpolder aan te leggen. Het heeft echter wel in
het voornemen gelegen om aldaar eene haven voor
groote ladingen te maken.
De heer BOSSERS juicht het voorstel van den heer
van Iersel ten zeerste toe.
De heer STULEMEIJER is van meening, dat de
raad in principe zou kunnen besluiten tot het maken
van een kademuur aan den anderen kant, zoodat bur
gemeester en wethouders weten in welken vorm de
raad de plannen uitgevoerd zal willen zien. Een der
gelijk voorstel zou door den heer van Iersel
kunnen worden gedaan.
De heer LIJDSMAN zegt, dat burgemeester en wet
houders tegen een dergelijk voorstel geen bezwaar
zullen hebben. De groole plannen kunnen gedurende
de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet worden uit
gevoerd. Hij' acht echter een gemetselden muur beter
dan een van beton. In ieder geval zou hij echter de
aanbesteding tweeledig doen geschieden.
De heer ZIJLMANS meent, dat men zich door de
kosten niet te veel mag laten afschrikken. Voor het
gebruik van zulk eene los- en laadplaats! wordt' immers
betaald en deze wordt dus een bron van inkomsten
voor de gemeente. Hij zou derhalve burgemeester en
wethouders willen uitnoodigen met een ruimer plan
te komen, terwijl alsdan de raad kan beslulitenom
voorloopig slechts een gedeelte van dit plan uit te
voeren.
De heer CRAMERUS heeft tegen het voorstel van
den heer van Iersel een bezwaar, n.l., dat do
gasbrug noodzakelijk verbreed moet worden, zoodat
we dan iets zuilen gaan maken, wat we later weder
moeten afbreken. De kademuur kan dus niet aan de
gasbrug beginnen. Wordt do kademuur echter ver
lengd zooals door burgemeester en wethouders is voor-