d. dat, ter voldoening aan art. 5 der wo ningwet, eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening aan burgemees ter en wethouders ter goedkeuring worde aangeboden 344 11 MEI 1918. schenden woningnood acht spreker het niets gewenscht, dat spoedig met die verbouwing wordt aangevangen en daarom zou hij in overweging willen geven, den termijn, b:nnen welken van de ontheffing moet zijn gebruik gemaakt, met minstens zes maanden te verlengen. De VOORZITTER zegt, dat de aanvrage alleen be trekking heeft op het bouwen een er overdekte speel plaats. Zonder bedenking wordt alsnu besloten aan adressant de gevraagde uitzondering toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geene verandering worde gebracht in de grenzen van het nerceel b dat op de geheele open ruimte op de teekening aangegeven, niets worde gebouwd of opgericht zonder nadere ontheffing c. dat de te bouwen overdekte speelplaats niet van bestemming verandere en nimmer eenige gedeelte daarvan als woning worde ingericht of gebruikt e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de ver leende ontheffing geen gebruik is1 gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en ondei' bepaling, dat bij niet vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uit zondering vervalt. 24. Adres van C. W. Plasman alhier, daarbij opnieuw ontheffing verzoekende van art. 14 der bouw verordening voor deze gemeente, in verband met de wijziging van het bouwplan van het perceel aan het van Coothplein no. 25, kadastraal bekend sectie B no. 3835.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 344