348 11 MEI 1918. De VOORZITTER antwoordt, dat geene vaste lan taarnopstekers worden aangesteld, doch wel lantaarn- poetsers. De heer BOGMANS zou -* in gaarne willen verne men of S n ij der dan lantaarnpoetser kan worden;. De VOORZITTER zegt, dit niet te kunnen beoordeelen. De heer BOGMANS vraagt nog, wat er met de te genwoordige losse lantaarnopstekers zal geschieden, indien er hier automatische aanstekers worden aan geschaft. De VOORZITTER deelt mede, dat dit spoedig ter sprake zal komen. Over deze zaak is dezer dagen een voorstel van burgemeester en wethouders te wachten. Overeenkomstig het prae-advies wordt zon der verdere discussie besloten op hei ge noemde adres afwijzend te beschikken. 27. Adres van de weduwe A. A. van der Pluiiijm te Geertruidenbergverzoekende ontslagen te worden van de pacht der perceelen 5, 7. 8 en9 van het visclxwater, welke aan wijlen haren echtgenoot zijn toegewezen bij openbare verpachting van 25 October 1915. Bij dit adres is gevoegd een voorstel van burge meester en wethouders om aan het verzoek van adres, santé te voldoen en haar voor het tijdvak van 1 April 1918 tot en met 31 December 1922 te ontsljaan van bedoelde pacht ten bedrage van f 848 per jaar. De heer FEBER zou de wed. van der Plu ij m wel willen helpen, doch hij meent, dat aan deze zaak toch niet genoeg koopmansschap ten grondslag ligt- Eerst ontslaat men de wed. van der P 1 u ij m van hare pacht en eerst daarna wil men met de Baro- niesehe hengelaarsvereeniging gaan onderhandelen, of d'e de pacht wil overnemen Hij zou deze zaak juist willen omkeeren en eerst dan de wed. van der P 1 u ij m van hare pacht willen ontslaan, zoodra me*1 met de Baroniesche hengelaarsvereeniging was over eengekomen, dat deze dezelfde pacht zou betalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 348