a/ 8 .'JUNI 1918. 375 het levensmiddelenbedrijf ten onrechte gevorderde gel den, luidende als volgt „De gemeenteraad, „kennis genomen hebbende van het feit, dat ten „voordeele van het levensmiddelenbedrijf in zake de „distributie van voedingsartikelen, van handelaren en „neringdoenden gelden ziin gevorderd, welke zij, vol- gens de regeeringsvoorschriftenIniet verschuldigd zijn; „van oordeel „dat terecht geeischt wordt van iedereen, dat hij de distributievoorschriftcn naleeft „dat het bedrijf zelf het voorbeeld van stipte na leving behoort te geven en dus geen geld mag be houden dat is verkregen op eenc wijze, welke in „strijd is met de voorschriften „besluit „aan alle rechthebbende handelaren en neringdoen den welke zich daartoe binnen een nader vast te „stellen en ruim bekend te maken termijn aanmelden, „uit de kas van het levensmiddelenbedrijf ten spoe digste te restitueeren alle gelden, welke in zake de „distributie van levensmiddelen in strijd met de re geeringsvoorschriften door hen aan dat bedrijf, direct „of indirect, zijn betaald moeten worden en burge- „meester en wethouders op te dragen van die resti- tutie's door een opgaaf met naam en bedrag kennis „te geven aan den gemeenteraad." De VOORZITTER Ik stel voor dit voorstel te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae- advies. De heer STULEMEIJER Mijnheer de voorzitter Ik vraag me werkelijk af, of hier een prae-advies nooclig is. In de vorige vergadering is dezelfde zaak naar aanleiding van een prae-advies aan de orde ge bracht en nu krijgen we een motie voor ons die hebben we kunnen bestudeeren de meening van Bur- ffleester en Wethouders kennen we, die is in de vorige vergadering naar voren gebracht. Is het nu heusch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 375