380
8 JUNI 1918.
in staat te stellen winst te maken, die ze als eenigste
persoon die tusschcn regeering en consument instaat,
is het onrechtmatig en is het onrechtvaardig, dat
de winst eenigszins is gedrukt door de werkelijke
kosten, die de gemeente heeft moeten maken, mijn
heer de Voorzitter misschien dat het aan mij ligt,
misschien dat dr. B o s s e r s het mij wil aanduiden,
maar ik heb daar noch iets onrechtmatigs, noch iets
onrechtvaardigs in kunnen vinden.
Ik zou het veel onrechtvaardiger vinden, a's de
gemeentp, die gewoon aangewezen is, door de regee
ring, om als distribumte op te treden voor de aard
appelen, als de gemeente de kosten voor haar re
kening had moeten nemen en is het nu onrechtvaardig
en onrechtmatig, dat degene die tenslotte het geld
verdient, want dat is toch de handelaar, om diens
winst eenigszins te drukken door de kosten, die ge
maakt zijn moeten worden door onvoorziene omstan
digheden. Wanneer de aardappelen successievelijk waren
aangekomen en gedistribueerd zonder b'jzendere
kosten, hadden de handelaren de volle winst gehad en
was er niets afgegaan. Nu heeft de gemeente de kosten
die zijn ontstaan door force majeure, in rekening
moeten brengen, niet aan den consument, dat was niet
mogelijk, door de maximumprijzen, maar aan degenen
die tenslotte nog winst maken.
Mijnheer de Voorzitter Ik ben dan ook van mee
ning, dat het n:et aangaat, dat de gemeente de kosten
voqr haar rekening neemt en ik vind de motie van zoo
verre strekking, die wij zoo weinig kunnen overzien,
zplfs van het standpunt van Dr. Bossers, dat wij on
mogelijk daartoe kunnen overgaan, en ik geloof dat
we volkomen aan de rechtvaardigheid beantwoorden,
wanneer we de kosten laten betalen door degenen, die
winst op die zaak gemaakt hebben en die tenslotte
wanneer zijzelf dp aardappelen van de regeering had
den ontvangen, ook de kosten hadden moeten betalen,
want dan hadden de grossiers toch ook staangeld en