382
8 JUNI 1918,.
ter dat hier toch gehandeld wordt in strijd met de
voorschriften, want de heer Stulemeijer heeft het wei
over de winst van de grossiers, maar het gaat hier
niet over de grossiers alleen, het gaat op het oogen-
blik over de kle;nhandelarende kleinhandelaren heb
ben teveel moeten betalen: hier zijn prijzen berekend
in strijd met de voorschriften, gegeven uit den Haag.
Dat blijkt toch duidelijk uit den brief, dien ik de
Hceren hier voorlees, en dat mag toch niet. De minis
ter heeft vastgesteld een zekere winst voor die men
sehen, en het gaat toch niet aan voor het Gemeente
bestuur van Bredadat af te troggelen, dat mogen we
we niet deen, dat is beneden onze waardigheid: daar
hebben we niets op af te dingen, dat is in strijd met
de voorschriften.
Ik zou toch wel eens willen vragen, Mijnheer de
\roorzitter! waarom Burgemeester en AVethouders daar
aan niet voldoen en het terugbetalen. En dan, mijnheer
de A7oorzitter! zou ik U willen vragen, of U niet een
schrijven uit den Haag ontvangen hebt, dat er terug
betaald moest worden. De lieer Stulemeijer heeit ge
zegd, dat door de winkeliers niets terugontvangen is.
M'j is het tegendeel beweerd, ik heb gehoord, ik zal
ze met naam en van noemen, dat de Firma Stoop wel
degelijk geld ontvangen heeft en Vossen ook, ik weet
niet in hoeverre die inlichtingen juist zijn maar dat
is mij verteld. Dan is mij ook gezegd dat de melkin
richtingen geklaagd hadden, door tusschenkomst van
Eugenia en dat bericht gekomen is, dat het ook in
strijd was met de voorschriften en dat terugbetaling
moest plaatshebben. Ik heb in de vorige vergadering
al gevraagd aan den Raad over te leggen, de corres
pondentie, die gevoerd is door de Heeren in den Haag
en het Gemeentebestuur. Dan was misschien deze motie
overbodig geweest maar waar ik al die dingen hom
en ik lees in den brief, dien ik hier voor me heb, da
er terugbetaald moet worden, meen ik toch dat nu
menschen er aanspraak op hebben.