284
8 JUNI 1918.
de feiten geheel confoim de waarheid en conform de
toedracht aan de directie heb medegedeeld. Ik heb
volledigen uitleg gegeven van al, wat zich in verband
met die zaak heeft voorgedaan, maar tot heden is op
dim brief van ons nog geen antwoord gekomen, zoa
dat het niet meer dan juist gezien is, zou ik haast
zeggen, van het gemeentebestuur, dat het gemeentebe
stuur het antwoord op dien brief afwacht, hetgeen ook
geheel is conform de mededeelingen, in een van de
vorige vergaderingen gedaan, dat betreffende de zaak
de beslissing zal worden overgelaten aan den Haag.
Wlat de terugbetaling aan Stoop cn Vossen betreft, zoo
vraag ik mij in de eerste plaats af, waarom niet in
do toelichting de namen vermeld zijn geworden, dan
had dit onmiddellijk kunnen worden nagezien en ik
verwijs naar den zooeven voorgelezen brief van den
boekhouder van het Levensmiddelenbedrijf, dat nooit
of nimmer door het Levensmiddelenbedrijf iets terug
betaald is geworden.
Wat de melkinrichtingen betreft, zoo zou ik weieens
willen vernemen, in welk onzicht de melkinrichtingen
teveel zullen hebben betaald. Misschien is het mogelijk
dat die hceren gereclameerd hebben bij personen, die
mij onbekend zijn, betreffende het in rekening bren
gen van drukwerk of anderszins, maar een klacht
heeft mij van die zijde nooit of nimmer bereikt, dus
ik kan niet vertellen, wanneer de heer Bossersen
Z ij 1 m a n s mij niet kunnen inlichten, om welke re
denen die menschen geld terugverlangen.
Den heer H o r n i x beantwoordende, kan ik hem
mededeelen, dat er werkelijk een soort compromis be
staat tusschen de grossiers in aardappelen en het
Levensmiddelenbedrijf en de kleinhandelaren in aard
appelen cn het Levensmiddelenbedrijf.
Ik heb het bestuur der grossiers was in pk110
aanwezig en van de kleinhandelaren alleen de vooiz
en de secr. toen de zaak besproken. Het betie
meer het staangeld en ik herhaal, wat ik reeds in een