8 JUNI 1918. 391 De wethouder CRAMERUS Wat bedoelt U De heer ZIJLMANS De kosten, berekend op krui denierswaren en melk of uit den Haag bericht is gekomen dat terugbetaling moest geschieden. De wethouder CRAMERUS Het is mogelijk. Ik geloof ook, dat er indertijd brieven gekomen zijn over terugbetaling, als ik mij niet vergis ook van de slagers en naar aanleiding daarvan meen ik, is een brief gekomen van den minister om hem in te lichten over de slachtkosten. Een specificatie van de slacht- kosten is naar den Haag gezonden en we hebben er niets meer van gehoord. Ik kan U nog mededeelen, brieven, die indertijd gekomen zijn van den minister over eventueele terugbetaling aan handelaars. Naar aanleiding daarvan is hier een inspecteur van de distributie geweest, die heeft de zaak onderzocht en mij persoonlijk verklaard, hierboven op de Burge meesterskamer, dat de zaak volkomen in orde was. De heer FEBER Mijnheer de Voorzitter. Voor mij ligt het zwaartepunt van de zaak in hoofdzaak in het feit, of er al dan niet aan enkelen terugbetalijngen hebben plaats gehad cn aan anderen niet Die kwestie is hier zooverre opgelost, dat zooals de heer II o r n i x zooeve i te echt liee't opgemerkt, a n de eene z jdc s'aan twee officieele verklaringen, een van den wet houder van het Levensmiddelenbedrijf en een van den Directeur-boekhouder cn aan de andere zijde de ver klaringen van de grossiers. Ik voor mij, mijnheer de Voorzitter ik sluit mij daarom aan bij hetgeen de heer Hornix heeft gezegd en zal ik in deze mij laten leiden door officieele verklaringen die hier zijn afgelegd. De heer KANTERS Mijnheer de Voorzit er Ik wensch mij aan te sluiten bij dc woorden van den heer Fcber. De VOORZITTER sluit de discussien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1918 | | pagina 391